Hoofdfiguur is Liz (een rol waarmee Dakota Fanning bewijst dat ze wel degelijk kan acteren). In tegenstelling tot de rest van het Amerikaanse dorp waar ze woont, is Liz niet meteen gelukkig met de komst van een nieuwe, mysterieuze, demonische predikant (gespeeld door een angstaanjagend sterke Guy Pearce). Welke band ze met hem heeft, wordt duidelijk naarmate de vier niet chronologisch vertelde hoofdstukken van de film inzoomen op het verleden van Liz. Dat vertaalt zich in een bloederige, sadistische, wraakzuchtige, donkere en allesbehalve vrolijke aaneenschakeling van taferelen en anekdotes die vakkundig aan elkaar geknoopt worden (soms letterlijk). Tussen de uitgerukte tongen, met stalen constructies gemuilkorfde vrouwen, lekkende hersens en opengereten ingewanden door maken we kennis met godsdienstige Nederlanders die de oceaan oversteken om in Amerika een nieuwe toekomst op te bouwen.
BRIMSTONE is meer dan een moderne variant van het westerngenre. Het laat de platgetreden iconografische paden ver achter zich en vormt een compleet nieuw subgenre. Qua rauwheid en bloedvergieten leunt de film nauw aan bij The Proposition (2005) van John Hillcoat, Django Unchained(2012) van Quentin Tarantino en The Wild Bunch (1969) van Sam Peckinpah. De morbide, fanatieke predikant lijkt dan weer een samensmelting van die uit There Will Be Blood (2007) van Paul Thomas Anderson met het hoofdpersonage uit The Night of the Hunter (1955) van Charles Laughton. BRIMSTONE mijdt bewust zelfrelativerende humor, ironie en sarcasme, wat ervoor zorgt dat het einde van de filmrit aankomt als een zware mokerslag. De sombere sfeer wordt nog dikker aangezet door de doemachtige soundtrack van de Nederlandse componist Tom Holkenborg aka Junkie XL (Mad Max: Fury Road). Actrice Carice van Houten (Game of Thrones), in een onvergetelijke bijrol, maakt het Nederlandse onderonsje helemaal compleet. BRIMSTONE is de meest eigenzinnige western in jaren.