In 1966 kwam er een boek uit dat de filmwereld grondig door elkaar schudde en dat jaren later als een filmbijbel zou worden beschouwd: Le cinéma selon Alfred Hitchcock. Cineast-criticus François Truffaut interviewde Hitchcock een week lang over diens werkwijze, film per film. Dit naslagwerk vormde de basis voor QUE SERA SERA.
We spraken over de voorstelling met Haelvoet, die zowel voor televisie, film als theater werkt. Hij acteerde in bekende series als Het geslacht De Pauw, Code 37, Wat als? en De dag en langspeelfilms De helaasheid der dingen, Linkeroever en Dirty Mind. Daarnaast schreef en speelde hij in theaterproducties van HETPALEIS, Toneelhuis, Theater Zuidpool, De Roovers en tg STAN. Haelvoet is ook een cinefiel, die met QUE SERA SERA een pleidooi voor de bioscoopfilm op scène brengt.
Waar gaat de voorstelling juist over?
BERT HAELVOET De voorstelling bestaat uit drie interviews die we door elkaar hebben gemixt: François Truffaut met Alfred Hitchcock, Dick Cavett met Hitchchock en Dick Cavett met Jean-Luc Godard. We laten drie experts aan het woord die vertellen over hun beroep. Daarbij zullen we bijvoorbeeld niet het silhouet van Hitchcock nabootsen: Damiaan De Schrijver behoudt zijn baard … We willen aan de hand van hun woorden een verhaal vertellen over film, kunst en hoe je iets maakt. De voorstelling zou je kunnen omschrijven als een pseudodocumentaire.
Vanwaar kwam het idee om ze te maken?
BERT HAELVOET Jaren geleden werd het boek me aangeraden door mijn vriend Guido Henderickx (film- en televisieregisseur van onder andere De proefkonijnen en Koning van de wereld, nvdr). Ik had toen een theateropleiding gevolgd, maar was ook mateloos geboeid door film. Ik twijfelde om aan het RITCS te gaan studeren en Guido zei toen: “Als je dit leest, kan je misschien ineens in het laatste jaar inspringen.” Ik las het boek en sindsdien is het altijd blijven rondspoken in mijn hoofd. Damiaan vroeg al lang om iets te vinden waar we samen aan konden werken en tijdens het biljarten kwamen we op dit idee (lacht). Damiaan was mijn leerkracht en mentor, nu is hij een vriend en collega. Die dynamiek delen we met Truffaut en Hitchcock, dat geeft de voorstelling nog iets extra’s.
Hoe hebben jullie die voorstelling geconstrueerd?
BERT HAELVOET We hebben inspiratie gehaald uit het boek Hitchcock/Truffaut en de documentaire daarover (Kent Jones’ Hitchcock/Truffaut uit 2015, nvdr), maar ook uit de interviews met Hitchcock en Godard uit The Dick Cavett Show. De interviews die Truffaut van Hitchcock afnam, vormen het beginpunt. Daar start alles. Historisch hebben die erg veel betekend, want ze bezorgden Hitchcock eindelijk de erkenning die hij verdiende bij Amerikaanse critici. Daarnaast geeft het interview tussen Cavett en Hitchcock meer ruimte voor humor. Hitchcock speelt daarin eigenlijk zelf theater, hij houdt een masker op. Dat deed hij wel vaker in interviews. Dat maakt hem ook zo boeiend.
Hoe past Godard in dat plaatje?
BERT HAELVOET Hij is mysterieuzer, filosofischer, trager, vreemder en kritischer. Godard staat soms recht tegenover Hitchcock qua werkwijze en visie. Hitchcock zegt bijvoorbeeld dat je close-ups moet gebruiken om mensen bij de film te betrekken, Godard zegt dan weer dat je afstand moet nemen om iets goed te kunnen zien. Die tegenstellingen zetten we naast elkaar in de voorstelling. Er bestaat geen waarheid in de kunst. Er zijn meningen of visies en wat je dan het beste lijkt, dat kan je hanteren.
Probeer je zelf theater en film naar elkaar toe te trekken?
BERT HAELVOET Eigenlijk heb je geen mogelijkheden om een acteeropleiding voor film te volgen. Toch is het echt iets anders. Als je acteur wil worden en je weet dat je in films of series wil acteren, ga je dan naar het RITCS om regie of klank te volgen? Of volg je een theateropleiding? Het zou structureel meer samen moeten worden geweven.
In onze theatervoorstellingen werken we eigenlijk weinig of eerder niet multimediaal. Video in theater verwerken vind ik lastig, dan kijk ik liever films. Het werk van Truffaut, Hitchcock en Godard bestaat nog altijd, je kan het blijven raadplegen. Onze voorstelling zal er even zijn en dan is die weg, voorgoed. Misschien kan je het als multimediaal beschouwen omdat we over films discussiëren?
Een halfjaar geleden heb ik Notorious van Hitchcock nog eens gezien in de cinema en ik vond dat ongelooflijk. Thuis op je televisie- of computerscherm, dat is echt iets helemaal anders. Toen de titel in de bioscoop verscheen, zat ik echt terug in 1946. Het was echt ongelooflijk. Niet alleen door het grote scherm, maar ook omdat cinema een gedeelde ervaring is. Eerst hadden we het idee om een paar films in een zaal te laten zien en daar dan de voorstelling aan te koppelen, maar toen dachten we: nee, we moeten het andersom doen. In de voorstelling praten we over films, dat spreekt tot de verbeelding en dan wil je die films gaan zien, hopelijk toch (lacht).