La LLorona

LA LLORONA (genoemd naar een legendarische huilende of weeklagende vrouw) begint met iets wat het midden houdt tussen een gebedsbijeenkomst en een spiritistische seance. Een groep vrouwen in een cirkel smeekt al prevelend om sterkte en bescherming tegen onheil. Vervolgens zien we in een gelijksoortige scène een mannenclubje: een aantal voormalige generaals op leeftijd krijgt van een advocaat een strijdvaardige peptalk te horen. Het gevaar dat hen allen bedreigt, wordt al snel concreet gemaakt. Generaal Enrique Monteverde, het hoofd van het militaire regime dat intussen door een democratisch verkozen regering is vervangen, staat terecht voor genocide tegen de indiaanse bevolking tijdens de Guatemalteekse burgeroorlog. Met hem zit een heel systeem van onderdrukking en institutioneel racisme in de beklaagdenbank. De figuur van generaal Monteverde, geportretteerd als een warrige en veeleer ongevaarlijke opa, is duidelijk gebaseerd op Efraín Ríos Montt. Tussen 1982 en 1983 was hij anderhalf jaar het de facto staatshoofd van Guatemala. Onder zijn bewind bereikte het geweld een bloedig hoogtepunt, allemaal in naam van de ‘strijd tegen het communisme’. Bij de intensieve militaire campagne tegen diverse linkse rebellenbewegingen moest vooral de inheemse Mayagemeenschap het ontgelden. Volgens een schatting van de Comisión para el Esclarecimiento Histórico (waarheidscommissie) kwamen gedurende de burgeroorlog circa 200.000 mensen om het leven, voor het overgrote deel indianen en mestiezen. De gevolgen op sociaal, psychologisch en cultureel vlak duren voort tot op vandaag.

Ríos Montt was aan de macht gekomen via een militaire coup, maar werd op zijn beurt na een staatsgreep afgezet. Hij bleef jarenlang buiten schot vanwege zijn militaire statuut en verkreeg zelfs onschendbaarheid toen hij parlementslid werd. Pas in 2012 kwam er een echt proces, waarbij hij schuldig werd bevonden aan genocide en veroordeeld tot tachtig jaar cel. Maar die uitspraak werd prompt geannuleerd en Ríos Montt stierf in 2018 als een vrij man. Dit alles vormt vrij letterlijk het narratieve stramien van LA LLORONA. Op die stam ent Bustamante evenwel een heel ander verhaal, namelijk dat van La Llorona, een vrouw die volgens de legende haar eigen kinderen zou hebben verdronken. Verteerd door wroeging dwaalt ze sindsdien rond, vruchteloos op zoek naar haar kroost. Wie haar gehuil hoort, kan maar beter op de vlucht slaan, want het geldt als een voorteken van de dood. Dit van oorsprong Mexicaanse verhaal is in vele variaties over de hele Spaans-Amerikaanse wereld verspreid en ligt aan de basis van ontelbare songs, romans en films. Dat La Llorona’s faam intussen ook Hollywood heeft bereikt mag blijken uit The Curse of La Llorona (2019), dit voorjaar nog in onze bioscopen te zien. De folksong ‘La Llorona’, vooral bekend in de versie van Chavela Vargas, was ook te horen in de biopic Frida (Julie Taymor, 2002) en de animatiefilm Coco (Lee Unkrich, 2017). Hier wordt hij tijdens de eindtitels gezongen door de Guatemalteekse singer-songwriter Gaby Moreno.

Bij de acteurs herkennen we gezichten uit de andere films van Bustamante. Met haar gitzwarte, ellenlange haar, ranke gestalte en onpeilbare blik geeft María Mercedes Coroy, de hoofdrol uit Ixcanul (2015), bezwerend gestalte aan de sirene die het ogenschijnlijk stabiele kaartenhuisje van de Monteverde-clan onderuit dreigt te halen. Haar moeder uit diezelfde film, María Telón, is de huishoudster die de familie al jarenlang trouw dient en in hoge nood een spirituele toeverlaat blijkt. En de bodyguard wordt vertolkt door Juan Pablo Olyslager, de homoseksuele huisvader die in Temblores (2019) onder druk van zijn verstikkende burgermilieu conversion therapy volgde. In LA LLORONA verbreedt Bustamante zijn horizon. Hij combineert de invalshoeken van zijn eerste twee lange speelfilms, waarin hij bleef vasthouden aan een realistische vertelmodus. In Ixcanul had hij het over de Kaqchikel-indianengemeenschap, terwijl hij in Temblores scherpstelde op de gegoede klasse van ‘blanke’, Europese afkomst. Voor het eerst brengt hij beide werelden samen in één verhaal, voor het eerst waagt hij zich op het terrein van de genrefilm.

Na de lang uitgesponnen sequentie in de rechtbank wordt LA LLORONA een huis clos. Met veel moeite slagen Monteverde en zijn huisgenoten erin hun belegerde woning te bereiken. Het is meteen gedaan met de rust, want het huis is voortaan de klok rond omringd door kabaal makende manifestanten, die hun ongenoegen uiten over de afloop van de rechtsgang en gerechtigheid eisen. Bepaald knap is de wijze waarop de cineast het idee van een belaagde burcht verbeeldt, of beter gezegd verklankt. Want nog expressiever dan de shots van misnoegde demonstranten is de soundtrack, waarop protestliederen en flarden van slogans worden afgewisseld met een huiveringwekkende soundscape, vol dreun-, sis- en fluittonen. Bustamante drukt zo de groeiende twijfel en wanhoop uit van de bewoners, die als ratten in de val zitten, waarbij de grens tussen objectief waarneembare en ingebeelde klanken vervaagt. Niet toevallig begint het verhaal fantastische of gothic trekjes te vertonen op het moment dat Monteverde ’s nachts vrouwengehuil gaat horen. Zijn huisgenoten doen het af als een begin van alzheimer, maar al snel raken ook zij in de ban van bovennatuurlijke verschijnselen. Zodra het nieuwe dienstmeisje Alma het huis binnenkomt, lijkt het ten prooi aan een gestaag toenemende vochtigheid. Kranen gaan vanzelf lopen, er groeit schimmel op de muren, de tuin raakt vergeven van de kikkers en het ooit kraakheldere zwembad wordt een poel vol woekerende planten. De echtgenote van de generaal krijgt nachtmerries waarin ze in het standpunt van slachtoffer wordt gedwongen. Zijn dochter begint te betwijfelen of haar vader wel zo onschuldig is als haar altijd werd ingeprent. Zijn kleindochter is meteen gebiologeerd door Alma, die toont hoe ze onder water haar adem kan inhouden. Conform de nachtmerrieachtige logica raken mensen bezeten en gaan zielen over in andere lichamen.

Anders dan veel huiverfilms heeft Bustamante meer op het oog dan je alleen maar de stuipen op het lijf te jagen. Hij bedient zich van verhaalconventies en stijlelementen uit de horrorfilm om een diepere laag aan te boren. Het bovennatuurlijke staat hier voor een dimensie die de personages overstijgt, een kosmische orde waarin ze niet langer de stem van hun geweten kunnen negeren. Naarmate het aantal onverklaarbare fenomenen toeneemt, begint de ooit rotsvaste ideologie van de genocidedaders te verbrokkelen. Vanaf de bovenvermelde beginscène maken we ook kennis met de camerabeweging die voortdurend terugkeert, namelijk de zoom. Telkens weer vertrekt de regisseur van een close-up en zoomt tergend traag uit tot je de volledige context begrijpt, zoals in de vormelijk onderkoelde maar inhoudelijk stuitende scène waarin een gesluierde Mayavrouw getuigt over de slachting die het reguliere leger in haar dorp aanrichtte. Stilistisch valt de grote vormvastheid op. Net als in zijn eerdere films gebruikt Bustamante het royale scopeformaat. De camera beweegt alleen als strikt noodzakelijk, en dan met afgemeten precisie. De cineast maakt veelvuldig gebruik van de kader-binnen-het-kadertechniek, waarbij het beeld wordt afgesneden door bijvoorbeeld een deurkozijn. Daardoor ontstaat niet alleen diepte, maar bekruipt je ook het gevoel dat er een werkelijkheid in de werkelijkheid schuilt. De donkere fotografie doet mooie dingen met de schaduwen van personages en gordijnen. De ijzingwekkende aanpak is oneindig veel efficiënter dan de jump scaresdie het horrorgenre de laatste jaren zo ongenietbaar maken. LA LLORONA sluit zo aan bij de beste voorbeelden uit het genre. In klassieke huiverfilms als Cat PeopleThe InnocentsHalloween en The Shining wordt een mentaal klimaat van angst en terreur neergezet. Uitgebreide speciale effecten en liters bloed worden meteen overbodig.

Vorige

Parasite

Volgende

Dark Waters

Laatste van Blog