VALERIAN AND THE CITY OF a THOUSAND PLANETS

Twintig jaar geleden stond de regisseur van Subway, Le grand bleu, Joan of Arc en Lucy voor de keuze. Zou hij zijn favoriete strip, de graphic novel Valérian and Laureline van Pierre Christin en Jean-Claude Mézières, verfilmen of het zelfgeschreven dystopische sciencefictionavontuur The Fifth Element? Die knoop werd echter snel doorgehakt omdat de CGI-technologie nog onvoldoende ontwikkeld was voor de mix van barokke fantasy en speelse kitsch die Barbarella-fan Besson met VALERIAN AND THE CITY OF THOUSAND PLANETS wou ontwikkelen. Het belette hem niet om van The Fifth Element een knotsgekke actiefilm te maken.

Mézières werd een idool sinds Luc Besson als tienjarige Valérian and Laureline ontdekte en meteen de sciencefiction- en fantasymicrobe te pakken had. Toen hij eindelijk met de hulp van Mézières en Christin aan het scenario VALERIAN AND THE CITY OF THOUSAND PLANETS kon beginnen, besloot de filmmaker om zijn jeugdige blik te bewaren. Dit mocht absoluut geen metacinema worden (en met het feit dat Star Wars ook gebaseerd was op de stripreeks was die verleiding er), maar moest speels en kinderlijk naïef blijven. Grappig maar zonder (volwassen) knipogen. Met een budget van 200 miljoen euro kon deze duurste Franse productie ooit uitgroeien tot een illustratie van ongebreidelde visuele fantasie.

Het verhaal speelt zich af in de 28ste eeuw en draait rond de intergalactische ordehandhavers Valerian en Laureline die in de immer groeiende zwevende metropool Alpha voor een zware uitdaging komen te staan. Ergens schuilt er een duistere kracht die het vreedzame leven in de Stad van Duizend Planeten bedreigt. Doordat heel veel actie verloopt via virtuele realiteit, er vreemde wezens zoals de Mül Converter (een wezen dat reproduceert wat het opeet) opduiken, de meest bizarre werelden doorkruist worden en Valerian iets te vaak moet worden gered door Laureline verglijdt dit alles nooit tot een voorspelbaar spektakel.

Het absurde en surrealisme zijn soms niet ver af, terwijl logica en diepgang dan weer zoek zijn, maar de relativerende barokke stijl van Besson maakt veel goed. Een scène waarin het grootste deel van Valerians lichaam zich in de ‘realiteit’ bevindt terwijl hij zijn arm dreigt kwijt te spelen in een ‘virtuele realiteit’, werkt omdat ze humor en ernst verzoent. Terwijl popster Rihanna hilarisch maar ook emotioneel is als een wezen dat haar verschijningsvorm constant kan aanpassen om Valerian en Laureline te helpen.

Stilering was altijd al het stokpaardje van Luc Besson, maar daar waar de scheiding tussen vorm en inhoud in het verleden nogal eens te groot werd (Angel-A) of stijl in de weg stond van de emoties (The Lady) slaagt Besson er met VALERIAN AND THE CITY OF THOUSAND PLANETS in om een stijl te ontwikkelen die in functie staat van zowel verhaal als personages. De filmbeelden zijn mooi, maar ze zijn meer dan oogsnoepjes. Ze vertellen het verhaal op een visuele manier.

De rudimentaire dialogen vervullen daarbij een louter ondersteunende functie en de plot bulkt niet van originaliteit. Hoewel er niet op een dwaze scène of stompzinnig personage meer of minder wordt gekeken, is de film toch behoorlijk genietbaar. Dat heeft veel te maken met Bessons speelse, lichtvoetige en fantasierijke aanpak. Maar ook met de optimistische toon van VALERIAN AND THE CITY OF THOUSAND PLANETS. Daar waar de meeste sciencefictionfilms dystopische nachtmerries schetsen, serveert Besson ons hier een vrij optimistische utopie met een (weliswaar bedreigde) harmonieuze toekomst in een vreedzame wereld.

Dat het universum en het verhaal voor een keer niet donker zijn is een verademing en sluit naadloos aan bij Bessons keuze voor ‘onschuldig plezier’. “Wanneer je me vertelt dat de wereld van morgen de wereld is die we in al die sciencefictionfilms zien,” zei Besson in een interview met IndieWire, “dat wil zeggen een wereld waar het constant regent, een depressieve held nadenkt over wat hij zou moeten doen en het o zo donker is; dan pleeg ik zelfmoord, want zo’n toekomst wil ik niet.” Om aan te sluiten met: “Let’s be a little naive and let’s dream. Laat ons zeggen dat in de toekomst iedereen handjes zal schudden en lachen naar elkaar en dat de vreemdeling een buitenaards wezen zal zijn dat kennis wil delen. Ik wil een jong publiek doen glimlachen en hen de filosofie laten omhelzen waarin de ander niet automatisch een slechterik is.”

Het geeft aan dat deze ‘dwaze’ film zo dwaas nog niet is, maar eerder op kinderlijk naïeve wijze optimisme en openheid omhelst. Alhoewel VALERIAN AND THE CITY OF THOUSAND PLANETS geen waarschuwings- of boodschapfilm wil zijn, snijdt hij toch ernstige onderwerpen zoals machtsmisbruik, corruptie, immigratie en racisme aan. Zonder af te wijken van het pretentieloze visuele spektakel waarmee Luc Bessons droomfabriek de concurrentie met spektakelfabriek Hollywood wil aangaan. Het resultaat is een guilty pleasure, geen meesterwerk maar gewoon leuke cinema.

Vorige

Adoration

Volgende

Weird City

Laatste van Blog